NEISSON
Het begon allemaal met de intuïtie van Adrien Neisson, een mulathandelaar uit Saint-Pierre in het Noord-Caribische gebied, voormalige wereldhoofdstad van rum, die in 1931 20 hectare van het Thieubert-landgoed in Carbet kocht. Hij plant het eerste suikerriet om agrarische rum te produceren uit de distillatie van puur suikerrietsap. Zonder iets van deze productie te weten, stuurde hij zijn jongere broer Hildevert-Pamhile, bekend als Jean, om chemische technologie te studeren aan de Ecole Supérieure de Chimie in Parijs en Jean zou elke campagne terugkeren naar Carbet. Met zijn vaardigheden als scheikundige en zijn visionaire ideeën zal Jean de bekendheid van hun producten verzekeren.
Een decreet van de gouverneur van de koloniën bekrachtigt de oprichting van de distilleerderij die de gebroeders Neisson helemaal opnieuw hebben opgebouwd met puin en stenen van het terrein. Ze kochten de eerste Mariolle Five Lille-molens uit 1931 en de tweedehands Babcock-ketel uit 1886. Beetje bij beetje bouwde Neisson-rum een reputatie op als kwaliteitsproduct. Uit zorg voor het milieu zullen de stokken nooit verbrand worden, de chemische input zal tot een minimum beperkt worden en vervangen worden door een “bouillabaisse” gemaakt van bagasse-vezelige resten afkomstig van het vermalen van de suikerriet en vinasse-waterige resten van distillatie. Jean Hildevert-Pamphile brengt ook een langzame gisting tot stand met gisten geoogst uit zijn eigen stokken, wat de link met het terroir versterkt.
De beroemde Savalle-zuil, geheel gemaakt van dik koper, is geïnstalleerd. Jean, altijd op zoek naar perfectie, past de trays aan en verfijnt de instellingen om een rum te distilleren met delicate en zoete aroma's die voor iedereen herkenbaar zijn. Op dezelfde manier creëerde hij de iconische fles ‘Z’épol Karé’, die hij op de exportmarkten op het vasteland van Frankrijk lanceerde en een statiegeldsysteem instelde. Zijn talent zal worden erkend door de vele prijzen die hij op internationale tentoonstellingen heeft gewonnen.
